© Rootsville.eu

Stef Kamil Carlens

GC Het Huys Ukkel
(23-06-2021)
report & photo credits: Steven Kauffmann & Koen Vallez


info club: GC Het Huys
info band:
Stef Kamil Carlens

© Rootsville 2021


Met pijn in het hart vernamen we vorig jaar dat de openingsdag van Blues Peer wegens Corona werd geannuleerd, al ware dit maar omwille van het prijken van Stef Kamil Carlens op de vrijdagavondaffiche.  Stef Kamil is een straffe Stef: hij is beeldend kunstenaar, zanger, muzikant, componist en producer en combineert al die polen in zijn muzikale ei (Deus, Zita Swoon Group, en nu al een hele tijd solo). Carlens werd in de jaren 90 bekend en startte, na een passage als bassist bij dEUS, een veelkleurige carrière met tientallen cd's, honderden concerten op nationale en internationale podia alsook verscheidene opdrachten voor theater en film. In zijn werk tracht hij zowel zijn levenswijsheid als de kinderlijke verwondering te belichten, waardoor kleurrijke werelden ontstaan die het onbevangene en het melancholische trachten te verenigen.

Drie jaar na zijn door pers en publiek gesmaakte terugkeer in het popcircuit met 'Stuck In The Status Quo’ heeft Stef Kamil Carlens zijn tweede soloalbum klaar. Hij nam 'Making Sense Of ∞’ (Making Sense Of Infinity) op in z’n eigen Rabbit Field Studio in Hoboken en werkte de plaat daar ook volledig af. De sound van het album echoot die van zijn voorganger, maar is ritmischer, bij momenten zelfs ronduit funky. De liefde voor percussie en een algemene focus op de textuur van de instrumenten typeren de vibe van Carlens’ solowerk.

De arrangementen zijn fijn geweven structuren van analoge synthesizers, vintage orgeltjes, oude drummachines, akoestische en elektrische gitaren, met veel slidewerk en hier en daar de etnische fluiten en bariton sax van gastmuzikant Nathan Daems, die met z’n Black Flower recent een frisse wind deed waaien in het Jazzcircuit. 

Ook de liveband is present op het album: Alma Auer speelt harp, en haar stem vormt, samen met die van Nel Ponsaers, een heldere tegenpool voor Carlens’ hese vocalen. Nicolas Rombouts op de contrabas, soms akoestisch, soms sterk vervormd, diep in het geluidsspectrum. Vaak neemt Carlens de drums zelf voor z’n rekening, maar op 4 van de 9 songs horen we nieuwkomer Maarten Moesen, die hier en daar ook piano en bas speelt. 

Carlens werkte 2 jaar aan dit album. Hij bleef schaven tot de gelaagde arrangementen volledig in balans zaten. Bij elke luisterbeurt blijf je nieuwe details ontdekken. Je hoort tientallen instrumenten, maar toch klinkt het geheel transparant. En alhoewel hij graag experimenteert met onconventionele structuren, heeft het album een open en uitnodigende sound. 

Samen met zijn band en z’n nieuw album tourt Stef Kamil Carlens dit najaar door de Vlaamse zalen. 
Ooit berekenen we zijn aantal verschijningen op het AB-podium tot na de komma. Maar met enige precisie gokken we al snel op om en bij de 20 keer. Nu was hij dus na een try-out in Hever, te gast in ‘t Huys in Ukkel, in een organisatie van Kari De Cordt, de nog niet zo lang aangenomen en bijzonder veelbelovende Cultuuranimator, die in de voetsporen mag treden van centrumverantwoordelijke Bart De Smedt, die ik in 1989 voor het eerst ontmoette toen hij in het Candelaershuys een tentoonstelling organiseerde over Raymond van het Groenewoud (waarmee ik correspondeer sinds 1985).

Nu woon ik al 20 jaar in het Brussels Gewest. Maar nog even dit …  Het Huys rouwt. We nemen afscheid van Rony, 35 jaar trouwe medewerker en compagnon de route, klusjesman, barman, “manusje van alles” van het Candelaershuys en Het Huys. Velen zullen hem ontmoet hebben.
De vriendelijkheid  en hulpvaardigheid en gedienstigheid zelve. 

Rony stond mee aan de wieg van de start van het Candelaershuys als cultureel centrum in 1985. Hij zorgde ervoor dat alles vlotjes verliep, dat de artiesten zich welkom voelden én dat er “ ne schuune col” op uw pint stond. En, en plus,  hij was een notoir RWDM supporter. Bedankt, “noenkel” Rony, bedankt voor alles. RIP. Ik kan dit persoonlijk enkel maar beamen, en dit ook met vochtige ogen … Idem dito voor wat Don Croissant en Paul Couter betreft. Het zijn soms moeilijke maanden, los van de Corona blijft het leven harde meppen uitdelen. 

Over naar de muziek...  
De spots doven, er komen 4 mooie mensen het podium opgewandeld, bijzonder stijlvol gekleed “as ever” en geheel ontspannen en gracieus. Er wordt afgetrapt met “Thinking of you”, gedijend op Oosters aandoende percussie, dat zich op Tai chi sierlijke wijze als een ontluikende bloesem ontvouwt.

Het zeer toepasselijke “Back On The Road” werd voorzien van een heerlijke Tinariwen beat, de leverfrisse hese parlando van de immer gepassioneerde Stef en op de tonen van een heuse Jimi Hendrix gitaarsound. Zowaar een vleugje psychdelica, en zinderend door de heerlijk zacht bonkende bas van  uitgepuurde pathos, Leonard Cohen waardig.  Er werd naarstig verder geborduurd met een prachtig “Empty World”, vintage Daniel Lanois en met pijn en weemoed in het hart opgedragen aan Yasmine die ons op een bijzonder trieste dag, nu al 12 jaar geleden, verliet. Dit broeierig sfeertje werd duchtig opgepimpt met het krolse “Hot, Hotter, Hottest”, à la James Brown en ingeleid met een shuffle op een heerlijke soundscape van elektronica als aanzet tot een heuse discovibe. Prachtig alweer!

Na dit funky intermezzo ging het van mikken op de heupen over naar een mokerslag voor de ziel mits het prachtige opus “Painted Glass”. In dit opus kwamen de wisselwerking en onderlinge chemie tussen de 4 protagonisten optimaal en glorieus tot hun recht. Stef zong zoals Sting dat deed tijdens The Police en kneep Claptoneske solo’s uit zijn (Archiduc)gitaar. Philip Glass was ook niet ver weg. Klatergoud en manna bleven van het plafond dalen van de knusse concertruimte van ‘t Huys met ene “TV Song” (ook al bezongen door Springsteen en wijlen Dr John), inderdaad buiten het voetbal is er geen bal op TV, zelfs nog geen Kampioenen en wij smeken om een film van Doris Day :-)

Daarna volgen warempel de stemmen van ene Joan Baez of – drommels – Rita Coolidge in “a kind of cry for da dolphins” tijdens een veellagig “Making Butter”, een voorwaar heerlijke muzikale bouillabaisse waardoor Robert Wyatt en de geesten van Portishead en Massive Attack welig tierden … De hellhoundtrein bolde parmantig verder met “Whatchadoin’”, Lou Reed, Leadbelly en Robert Johnson knikkebolden goedkeurend en neuriënd mee vanuit hun tombe ! “Slammin’ Doors” raakte een minder aangename thematiek aan.

Het toetsenspel (de geest van Ray Manzarek (the Doors) indachtig) werd met grote klasse door Nel Ponsaers beroerd. Er klonken ook heel veel echo’s, van Suds & Soda en de band speelde samen met een intensiteit die je gerust mag meten met ene Crazy Horse (van Neil Young dus)….heerlijke wall of sound onder auspiciën van ene Spector Phil :-). Met “Going Away” werd al zachtjes uitgeleide gedaan van deze caleidoscopisch genadeloos mooie trip. In de grande finale serveerde SuperStef nog een –melancholiek “Melinda’s Blues”, de lamento van “Lament” (A Dollar is A Dollar). En onze troubadour “landed elegant” als immer in de tuin van Eden op een bedje van aardbeien met Grappa en zijn “Daily Reminders”….huis-tuin- en keukenwetenschappen voor teder dagelijks gebruik.

Dan de onvermijdelijk en enthousiast afgedwongen bissers. De hemelse zangeres harpiste Alma Auer, toverde klaterende bergriviertjes uit haar instrument tijdens “Dream Blues”. Kers op de taart was “New Town”. We hadden deze laatste 10 minuten véél gehoord, streepjes Dirk Blanchart (“Fool Yourself Forever”), brokjes Jethro Tull en de Soul Sessions van Santana, ongemeen boeiend, vinding- en leerrijk uiteraard. Jerry Garcia, the Band, Ernest Heminway, Jefferson Airplane en U en ik hebben maar één woord hiervoor : GRANDIOOS !

Merci aan ‘Huys' van vertrouwen en zeker het verse jonge veulen en die lieve Bart voor 30 jaar vreugde en soms ook leed.

Bedankt allemaal !